Een goede vriend vroeg mij gister, of ik ook spullen had die mij erg dierbaar zijn en of ik die wel mee zou nemen. Ik moest meteen denken aan een klein doosje, een oud blikje, dat verkleurd en zwaar aangetast is door het onzorgvuldig behandelen. Waarin een foto van mijn familie, een steen, de ring van mijn moeders moeder, een haarlok van mijn eerste vriendin, de brieven die mijn vriend en ik naar elkaar schreven toen ik in Thailand zat, het kaartje van het concert waar ik mijn vrouw ten huwelijk heb gevraagd, en ga zo maar door, zitten. En dat ik dan, als ik het kistje schoon van stof heb geveegd, het kistje open, elk voorwerp, stuk voor stuk, heel zorgvuldig uit het kistje haal en er zacht met mijn vinger over strijk, terwijl ik overspoelt word met herinneringen, waarna ik het doosje sluit, er een traan over mijn wang biggelt die ik wegveeg met een woest gebaar om mijzelf weer te vermannen.
Maar zo'n doosje heb ik niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten