maandag 11 april 2016

maandag 11 juli 2011

woensdag 25 mei 2011

vrijdag 20 mei 2011

donderdag 19 mei 2011

dinsdag 17 mei 2011

woensdag 11 mei 2011

maandag 9 mei 2011

zondag 8 mei 2011

donderdag 5 mei 2011

TEGEL TAAL

‘Wij zijn zo nietig, en met zo vele,
wat ik doe kan weinig anderen schelen’

woensdag 4 mei 2011

Leef Leef Leef
een leven maar
neem me nu
kom in mij klaar
zodat ik nieuwe levens baar

maandag 2 mei 2011

zondag 1 mei 2011

zaterdag 30 april 2011

donderdag 21 april 2011

dinsdag 19 april 2011

vrijdag 15 april 2011

donderdag 14 april 2011

dinsdag 12 april 2011

maandag 11 april 2011

vrijdag 1 april 2011

donderdag 31 maart 2011

1981

In 2060 ben ik 78. In dat jaar zullen er 83.000 vrouwen en nog 74.000 mannen leven die in hetzelfde jaar geboren zijn als ik. Mannen doen het nou eenmaal niet zo goed. Zij vallen bij bosjes neer na hun 64ste. Maar wie de 70 haalt, wordt 77.
In 2060 zullen er 18.000 vrouwen 100 worden. Dit jaar wordt geen een man 100.
In 1985 werd niemand 100 in 1986 wel. Het CBS telt maar tot 100.
Als het CBS zo doorgaat met tellen zal in 2081 het aantal van 18.000 vrouwen die in 2060 100 werd, verdrievoudigd zijn. Dus dat betekent dat ik kans maak een van de 54.000 vrouwen te zijn die dan nog leeft. Het is net de loterij.

woensdag 30 maart 2011

dinsdag 29 maart 2011


Voor de mensen die wachten in bushokjes of voor winkels
Rokend onder een lantaarnpaal, in auto's of fietsenhok
Wachten duurt meestal langer dan je dacht
denk je, tijdens het wachten, nooit achteraf
Weet je nog wat je zag? Ik vraag het mij af
Herinner mij niks van deze kast

donderdag 24 maart 2011

woensdag 23 maart 2011

maandag 21 maart 2011

zondag 20 maart 2011

zaterdag 19 maart 2011

vrijdag 18 maart 2011

donderdag 17 maart 2011

CLICHE

- En we moeten voortaan ophouden met elkaar in te vullen.
- Ja.
- En niet steeds het slechtste over elkaar denken.
- Maar dat doe ik ook niet.
- Dat doe je wel.
- Niet waar.
- Dat weet ik toch.
- Zie, nou doe je het weer.
- Wat.
- Voor mij denken.
- Ik denk niet voor jou. Ik denk dat jij er niet zo mee bezig bent, met denken. Ik help je alleen maar.
- Nou, dat klinkt niet echt positief.
- Hoezo niet?
- Jij denkt dat ik slecht over je denk.
- Ja, maar dat je het niet door hebt.
- Hoe kan ik dat nou niet doorhebben?
- Ja, weet ik veel. Misschien heb je het wel door maar ben je je er niet zo bewust van. Is het er gewoon.
- Dus onbewust denk ik slecht over jou?
- ‘De mensen waar je het meest van houdt, haat je ook het meest’
- Jezus, wat een cliche!
- Maar het is wel zo.
- Dus, jij haat mij.
- Haten heb ik nooit gezegd.
- Je denkt slecht over mij, bewust.
- Nee, ik ga veel bewuster om met mijn gedachtes. Niet zoals jij. Jij hebt het gewoon niet in de gaten.
- Dus, denk je voor mij.
- Ik denk voor jou omdat ik van je hou en je wil helpen.
- Oh, dat is lief van je.
- Ja...
Familie. De mensen die je krijgt bij geboorte. Heeft u nog familie?... Dat is wel erg ver... Nooit ontmoet... Nee, ik ook niet... Dat maakt het, oh sorry voor de onderbreking, maar DAT maakt het juist zo interessant. Conflicten ontstaan zo gemakkelijk binnen families, je hebt iets met elkaar omdat je nou eenmaal met elkaar verbonden
bent in bloed of aangetrouwd en soms is dat alleen maar dat. Ik kan het niet altijd goed vinden met mensen met dezelfde bloedgroep als ik. Dat vraag ik ook altijd even,” welke bloedgroep heeft u, positief zei u, laat maar.” Heerlijk, families met onderling andere belangen en verwachtingen die toch steeds proberen een warme familie te lijken tijdens verjaardagen en kerst maar binnen
hun eigen gezin schelden en vloeken op zwagers en tantes en vaders en moeders die loeders. “Ik word nooit zo als mijn vader, of moeder, nooit!” En ineens merk je dat je precies hetzelfde spreekt als je vader en net zoals je moeder gaat zitten met je handen bij je mond als je geconcentreerd luistert. Helaas niet gelukt om te ontkomen aan hun trekken...
Weet u nog wat u vroeger later wilde worden?...Ik kende iemand die alles wilde worden en daarom niks werd. Niet omdat hij lui was maar hij was bang dat als mensen hem zouden vragen wat hij was hij alleen kon antwoorden met ‘Ik ben groenteboer’ en hij geen postbode of brandweerman kon zijn. En omdat het leven niet lang genoeg is om alle beroepen uit te oefenen en zeker niet lang genoeg om in een gesprek al je beroepen op te noemen was hij maar nergens aan begonnen. Het enige dat hij niet wilde worden was oud en dat werd hij. Heel oud. Zo oud dat hij gemakkelijk groenteboer, postbode, brandweerman, dokter, overdag monnik en ‘s nachts travestiet kon zijn geworden. Nu staat er op zijn graf:
HIER RUST NIKS